Reisverslag 2008

Marga en Hans zijn eind mei – begin juni naar Wit-Rusland geweest. Hieronder een korte samenvatting van het verslag van hun reis en de resultaten.

 

Donderdag 29 mei was onze eerste ‘werkdag’ in Minsk.

Geld pinnen en meegebrachte euro’s wisselen. Sinaasappels kopen voor de bewoners van het internat en benzine tanken voor de ritten die Joera met ons gaat maken. De prijs van benzine scharrelt rond de 2400 roebel per liter, dat is ongeveer 70 cent.

 

Op vrijdag 30 mei gaan we naar Tarasiki. Tatiana Parukova gaat mee en Julia, de stagiaire van Natalia, die tevens als duitssprekende tolk fungeert. Verder hebben we nog twee stagiaires, ook allebei studentes maar dan voor Engels: Zina en Masja.

De chauffeur van de beddenfabriek heeft om 8 uur z’n vracht van 44 bedden al afgeleverd. Als we aankomen laten ze ons de bedden in het depot zien, d.w.z. we zien de matrassen en in karton ingepakte bedden die nog in elkaar gezet moeten worden. De chauffeur krijgt z’n geld. Alles wordt drie keer nageteld, zodat het absoluut klopt. De som 11.632.157 roebel. We weten nu meteen de precieze afmeting van deze matrassen: 195 x 80 cm.

We gaan hebben een gesprek met Viktor Iwanowitsj, de directeur.

Ze hebben net een uitgebreide inspectie achter de rug, waarbij alles gecontroleerd is dat een mens maar kan bedenken: de boekhouding, het opleidingsniveau van het personeel, de spullen in de keuken, de aanwezigheid van apparatuur van de arts, enz.

We vertellen over onze contacten met de Ieren en de Engelsen (Michael Rye). Viktor kent de uitslag van het wateronderzoek in Engeland en weet dat er een vervolgonderzoek komt.

Geen van de andere organisaties die op Tarasiki actief zijn werkt volgens een kontrakt. Als wij dat willen is er geen probleem. De gedachte om de krachten willen bundelen in een koepel Vrienden van Tarasiki werd instemmend begroet.

Van de overheid is voorlopig niets extra’s te verwachten. Het bedrag dat ze voor restauratie voor dit jaar hebben is praktisch op. Het is vaak moeilijk om aan bouwmaterialen te komen. Door grote bouwactiviteiten alom in WR zijn bouwmaterialen schaarser en duurder dan eerst.

Op de vraag of het zin heeft om kontakt op te nemen met een of meer parlementsleden die ‘invaliden’ in hun pakket hebben, zegt Viktor dat hij het op zich een goed idee vindt, maar dat het nu waarschijnlijk niets op zal leveren omdat er eind van de zomer verkiezingen zijn. We houden dit in beraad.

Er zijn nu nog 80 nieuwe bedden, met matras en lakens en slopen nodig. Kussens hebben ze genoeg. Dekens ook.

Een ander groot probleem is de wasmachine. Die wordt gebruikt voor de was van de bewoners en de dienstkleding van het personeel. Hij is nu definitief kapot. Een nieuwe machine – groot formaat – kost 14 miljoen roebel, ongeveer € 4350, maar eigenlijk is die nog te klein.

Er is nog iets gestopt: de mixer waarmee ze in de keuken het eten eetbaar maakten voor de 40 bewoners die niet kunnen kauwen. Zo’n machine kost 1 miljoen roebel. Een paar dagen later kopen we die in Minsk.

Dan is er de vraag naar bepaalde medicijnen. Het zou voor ons mogelijk moeten zijn om medicijnen die in WR niet of nauwelijks te krijgen zijn zonder problemen vanuit Nederland mee te brengen. Hier wordt het dept. voor humanitaire hulp genoemd als deur waar je aan moet kloppen. Later op het Dept. van Sociale Zaken en Arbeid vertelt Maria Aleksandrowna dat de direkteur daarvoor een aanvraag in moet dienen bij het Центр экспертиз здравоохранения, “Centrum van Expertise van de Gezondheidszorg”. Je moet dan geduld en veel papier hebben, maar het moet lukken.

Een taak voor Viktor!

Viktor zegt toe dat hij met ons naar het Internat №3 in Minsk wil. Margarita maakt de afspraak met Anatoli Semjonowitsj, de direkteur van Internat №3 voor a.s. dinsdag.

 

Daarna gaan we naar Zjodina om de broeken en sokken te kopen in de fabriekswinkel.

Voor anderhalf miljoen aan broeken en sokken rijker keren we terug.

 

Ons gesprek met de arts, Tamara Iwanowna (65) en de hoofdverpleegster Larisa Jewgenjewa.

Er zijn nu 274 bewoners, met lichamelijke en geestelijke problemen. Van die bewoners zijn er 100 die extra hulp nodig hebben. Er zijn er 40 die helemaal niet mobiel zijn door verlamming. Deze mensen worden af en toe naar buiten geleid.

Er is een konstant gebrek aan pampers, maandverband en gewoon verband.

Heel konkreet vragen ze om drie soorten verband die in WR niet te krijgen zijn:

  1. Johnson & Johnson – actisorb silver 220 – actief koolstofverband met zilver 6.5 x 9.5
  2. Smith & Nephew – PFA dressing 10×20 cm – for cuts, grazes and minor burns
  3. Johnson – sterile R – 10×20 – non-adherent absorbent dressing.

Dan waren er vragen over medicijnen. We besluiten de volgende dag naar de apotheek in Barysau te gaan en daar een voorraadje medicijnen aan te schaffen.

 

Er werken nu 16 verpleegsters in 4 ploegen. Tamara noemde dat 1 verpleegster op 20 bewoners. Die 20 is dus afgerond. De verpleegsters hebben geen van allen een gespecialiseerde opleiding voor deze bewoners.

Er zouden 2 artsen moeten zijn, maar Tamara is nu de enige.

Volgens de personeelslijst zou er een psycholoog moeten zijn, maar de laatste is ruim 2 jaar geleden met pensioen gegaan.

Het is het bekende probleem: afgelegen ligging en lage lonen.

Een verpleegster verdient gemiddeld 380.000 roebel per maand, dat is  ~ 113 euro.

Zij als arts verdient 500.000 roebel per maand, dat is ~ 150 euro.

Daarvoor werken zij 12 uur per dag, want de bus komt 2 x per dag: om half 9 ’s ochtends en ’s avonds.

Natuurlijk is assistentie van dokters en verpleegsters welkom. In Barysau zijn er zo’n 200 artsen van allerlei specialismen, maar op Tarasiki is zij alleen. Zij zelf werkt nu 2½ jaar op Tarasiki. Haar droom is een betere toekomst voor de ‘kinderen’. Dit is een meer gebruikte uitdrukking voor de bewoners.

 

Die avond hebben we onder de bezielende leiding van Zina en met hulp van Masja met een grote groep bewoners allerlei spellen gedaan. Heel eenvoudige, zoals om te beginnen elkaars namen proberen te onthouden door er een steeds langere keten van te maken. Daarbij speelde de bal al een belangrijke rol en dat zou de hele avond zo blijven. Het grootste vermaak komt bij het laatste spel: in twee groepen tegenover elkaar met een grote ruimte er tussen. Elke groep vormt een keten en van de andere groep wordt er eentje uitgedaagd om te proberen die keten te doorbreken. Lukt dat dan mag de winnaar iemand uit de gebroken keten meenemen naar het eigen kamp. Lukt het niet dan moet hij/zij zich bij de ongebroken keten aansluiten. Inmiddels zijn er ook een drietal kinderen uit het dorp die mee komen doen. Ze zijn bekend bij en met de bewoners. De bewoners spelen het spel heel sportief: ook de zwakkeren komen aan de beurt en ze worden door beide groepen aangemoedigd.

Als we de andere middag vertrekken wordt het ons nog vaak verteld: “Het leven hier is zo doods en eentonig, maar gisterenavond zullen we nooit meer vergeten!”

 

Op zaterdagochtend na het ontbijt komt Tatiana Osinina van de dagbesteding op bezoek. We komen weer iets meer te weten over haar en haar werk. Behalve op Tarasiki heeft ze nog een baantje in Barysau waar ze met man en zoontje woont. Bovendien studeert ze ook nog voor ontwerper in deeltijd in Vitebsk. Ze wordt voor haar werk op Tarasiki inderdaad door een Ierse betaald. Ze is heel blij met de eigen ruimte die ze nu heeft. Er is een vast groepje dat zoveel mogelijk tijd bij haar doorbrengt. Er wordt vooral getekend, geschilderd en muziek gemaakt. Zelf gaat ze ook de bedlegerigen wel eens opzoeken om ook met hen iets te doen aan creativiteit.

 

Daarna met Larisa en Masja naar de apotheek in Barysau. Ze mag voor anderhalf miljoen roebel kopen. Uiteindelijk koopt ze precies wat ze nodig hebben en niet meer. Na anderhalf uur heeft ze voor dik een miljoen roebel aan allerlei medicijnen in allerlei vorm. Alles wordt drie keer nageteld en gekontroleerd en goed bevonden. Ze hebben hier geen spullen tegen de muggen, die moeten we ergens anders halen. Dat doen we ook en daar koopt ze voor bij 300.000 roebel, zodat het totale bedrag toch zo’n kleine anderhalf miljoen roebel wordt. Ze heeft blijkbaar heel goed bij zichzelf overlegt hoe ze het aangeboden bedrag moest verdelen.

 

Terug op het Internat naar het concert dat door en voor de bewoners wordt gegeven. Het repertoir is blijkbaar een beetje uitgebreid: er is een zangeres alias pianiste ingehuurd om het geheel wat op te vrolijken. Ze komt helemaal uit Nederland!

Na het concert worden buiten de mutsen en sjaals uitgedeeld die door een paar Veldhovense dames vol liefde en overtuiging gebreid en gehaakt zijn. Hier en daar is er wat gemor als door de leiding een sjaal of muts omgewisseld wordt omdat het een ‘verkeerd’ kleurenpaar is, maar uiteindelijk is iedereen tevreden met de binnengehaalde buit.

Het afscheid duurt lang. Er moet nog eindeloos gefotografeerd worden, gedag gezegd worden, bedankt worden voor de gezellige avond vantevoren. Uiteindelijk lukt het ons om weg te komen.

Ik besef dat we niet alle vragen hebben gesteld en niet alle dingen gezien en nagelopen heb die ik wilde zien en nalopen, maar wij hebben desondanks onze tijd ten volle benut.

 

Zondag 1 juni

Er zijn emailtjes van Ann Rimmer, werkzaam voor een Engelse organisatie “Heart, Hope and Help”, die als voornaamste taak hebben het bieden van humanitaire hulp aan Belarus. Joan Newton is hun voorzitter. Ze zijn een paar weken geleden in Tarasiki geweest. Ze willen weten hoe het met het dieet staat. Ze hebben ook een watermonster genomen. Een beetje laat voor ons om de vraag te stellen: ik kan me niet voorstellen dat Viktor er dinsdag iets anders dan een oppervlakkig antwoord op zal geven.

Maar we gaan kontakt opnemen, want ze vinden het een goed idee om samen te werken. Ze kent Michael Rye overigens heel goed.

Ik heb hun emailtjes beantwoord met de uitleg van hoe wij er terecht gekomen zijn en wat onze opzet is, welke prioriteit wij hebben.

Joan Newton schrijft later over een bedrag van ₤4000 dat ze zelfs op zouden kunnen schroeven naar ₤16000!

’s Middags een bezoek aan de Botanische Tuinen. Het weer is prachtig en de seringen en rhododendrons staan in volle bloei. Er zijn meer soorten van beide dan ik ooit struiken van dezelfde soort gezien heb. Het park is trouwens prachtig opgezet: ondanks de vele bomen is het nergens een gesloten ruimte. Het gevoel van openheid overheerst.

Er komt een telefoontje binnen dat er een Amerikaan is die me over Tarasiki wil spreken. Hij wil er later deze week naartoe. Hij heet Barry en is hij vertelt dat hij vitaminen op Tarasiki gaat afleveren. Wat hij nog meer kan doen wil hij ter plekke beoordelen. Hij weet zijn emailadres niet van buiten, maar hij noteert dat van ons en belooft bij thuiskomst kontakt met ons op te nemen.

 

Maandag, 2 juni

Natalia neemt ons mee naar een aantal andere plaatsen, waar projekten van haar draaien. Achterin de auto voor 143.310 roebel sinaasappels voor de kinderen die we gaan ontmoeten.  We krijgen een duitssprekende tolk mee. Onderweg worden we opgewacht door Dennis, een jonge psycholoog uit Lagoisk die Engels spreekt en de onderwijsbazin van het distrikt Lagoisk en een schoolpsychologe. Zij begeleiden ons praktisch de hele dag.

 

Eerst naar Плешчанічы (Pljesjtsjanitsjy), een tamelijk grote plaats een heel stuk ten noorden van Minsk waar we in traditionele stijl opgewacht worden: brood en zout, aangeboden door twee leerlingen en hun lerares. In de hele regio Lagoisk zijn er zo’n 120 gehandicapte kinderen. Op deze school er is plaats voor maximaal 26. Ze komen van alles tekort, maar het meest nog een busje voor rolstoelvervoer om de kinderen op te halen en terug te brengen, eventueel ziekenhuisbezoek, e.d. Voor de therapie zou een audiocentre met CD-speler e.d. prachtig zijn, maar ook een computer, een badlift, 10 stuks fixeerlakens (tot 15 jaar). Gelukkig hebben we tenminste nog sinaasappels en Natalia heeft kleurboekjes en nog zo wat. Ik vraag Marga hoe we de volgende stichting gaan noemen, terwijl zij zit te piekeren welke busonderneming ze het eerst gaat praten.

 

Daarna naar Гайна (Gajna), meer naar het zuiden, ter hoogte van Lagoisk. Hier een kindertehuis voor 20 kinderen en een familiehuis voor 15 kinderen. Er zitten ook weeskinderen in pleeggezinnen in het dorp, soms wel met 5 in 1 gezin.

Ze hebben geen vervoermiddel voor ziekenhuisbezoek of bezoek aan de pleeggezinnen. Ze koesteren een vurige wens voor een busje met 10 zitplaatsen.

Zoals bijna elke school hebben ze een psycholoog en een sociaal-pedagoog, maar ook problemen met de verwarming, waterdoorlatende ramen, vooral bij sterkte wind tocht het volop. De reparaties doen ze zelf, maar materiaal is duur.

 

Daarna naar Калачы (Kalatsjy), naar westen. Een middelbare school met kleuterschool.

Ze zijn een beetje aan het verbouwen en de WC is buiten werking – ze gebruiken nu de WC van de buren. Dat is geen WC in de letterlijke zin, maar een ouderwetse drukdoos waar niets door te spoelen valt.

De school ziet er trouwens leuk uit en de kinderen leren er Duits als vreemde taal. Als ze mij vragen mogen stellen zijn ze allemaal veel te verlegen. Dat is wel jammer. De sinaasappels vinden gretig aftrek, ook al zijn ze nu gehalveerd.

 

Op de terugweg nemen we in de ruimte afscheid van Dennis en de twee anderen. Zelf gaan we naar Хатынь, Chatynj. Dit was een van de vele dorpen die door de Nazi’s met alle bewoners verbrand zijn. Het is na de oorlog symbolisch herbouwd als aandenken aan die gruwelijke episode van de Wit-Russische geschiedenis. Op de plaats van elke woning staat nu het enige stenen deel van die huizen, de schoorsteen, met daarop een bronzen plaat met de namen en leeftijden van de omgebrachte bewoners. Er is ook een muur met nissen, een voor elk concentratiekamp in WR en de aantallen omgebrachte mensen. Drie berken staan voor de drie-kwart overlevenden, de eeuwige vlam voor het kwart door oorlogsgeweld omgekomenen. Om de zoveel sekonden luidt een bel. Ze hebben er een jaar voor nodig om voor elk dodelijk slachtoffer één keer te luiden.

 

We zijn vandaag op allerlei plaatsen geweest, behalve in Lagoisk waar we heen zouden gaan…

 

Op dinsdag is Viktor alleen met zijn chauffeur uit Tarasiki gekomen. We pikken Masja op die voor ons zal tolken. Ze woont vlakbij het Internat № 3.

De direkteur Anatoli Semjonowitsj geeft een korte kennismaking en inleiding leiden Anatoli zelf en Alla Sosnowskaia (hoofd van de verpleging) ons rond. Viktor lopen af en toe de tranen over de wangen als hij ziet hoe piekfijn het er op de meeste plaatsen daar uit ziet. Veel tweepersoonskamers met eigen toilet en douche, ruimte voor privacy, prachtige bedden uit Rusland afkomstig. Ze kosten 45 euro per stuk [hier blijkt later een grote rekenfout gemaakt te zijn en was de werkelijke prijs net over de 100 euro] en zijn veel beter dan die wij nu voor Tarasiki hebben gekocht! Hadden we dit maar eerder geweten! Dat wij uit Nederland moeten komen om deze twee direkteuren bij elkaar te brengen…. Nou ja, wij zijn vandaag de katalysator die de reaktie op gang krijgt. Hier geen tweedehands spullen, of het moet de Eindhovense snoezelruimte zijn, die er overigens als nieuw uitziet. Veel ruimte en tijd voor therapie.

Anatoli biedt Viktor aan om te helpen bij bepaalde managementproblemen en om een delegatie verplegend personeel uit Tarasiki te ontvangen en kennis te laten maken met hun vernieuwde aanpak van behandeling. Dat is net wat we moesten hebben!

 

Na de middagpauze voor 1.165.840 roebel de maalmachine gekocht en kan er weer zonder probleem eten bereid worden voor de 40 bewoners zonder tanden.

We hebben Viktor nog een flink hart onder de riem gestoken, dat Tarasiki over 5 jaar onherkenbaar veranderd is, en misschien al eerder!

 

Daarna neemt Vladimir Marga en mij mee naar Stanislaw Boeko. Hij is hoofd van de afdeling die klachten van burgers behandelt. Hij vertelt dat zijn afdeling door de president persoonlijk is ingesteld en dat zij alle problemen op moeten lossen. Als ze dat niet doen zwaait er wat. Zijn kantoor is in de presidentieel paleis.

Wij hebben een heel goed gesprek. We kunnen gelukkig ook het een en ander vertellen over de vooruitgang die we al aan het maken zijn: materieel over wat we al gekocht hebben en immaterieel over het bezoek aan Internat №3 in Navinki en de verandering in Viktor.

Stanislaw belt Maria Alexandrowna en maakt gelijk een afspraak voor ons voor de volgende dag.

Die avond naar het ballet in het Paleis van de Republiek. Een groot en schitterend gebouw, het laatste grote projekt voordat de Sowjet Unie uitelkaar viel.

 

Woensdag 4 juli

 

Om 10 uur moeten we op het Departement voor sociale zaken en arbeid zijn. Vladimir begeleidt ons. We ontmoeten Maria Aleksandrowna en haar collega weer. We leggen uit wat we tot nog toe voor Tarasiki gedaan hebben. Ook dat wij natuurlijk niet alle gebouwen en infrastruktuur voor onze rekening kunnen nemen, nog helemaal afgezien van de droom waar Maria bij ons vorige bezoek over sprak: het hele Internat daar weghalen en vlakbij Barysau weer opbouwen. Wat we wel kunnen doen we: nu voor bedden en straks misschien voor stoelen zoals we die op Internat №3 in Navinki gezien hebben. We willen ook proberen een vergunning te krijgen om medische zaken in te voeren. De verbandmiddelen waar ze nu om gevraagd hebben kunnen we gemakkelijk smokkelen, dat is waar. Maar we willen als stichting ons graag aan de geldende regels houden. De collega van Maria schrijft voor ons Центр экспертиз здравоохранения op. Daar moet Viktor een aanvraag indienen. Er is een lange procedure – dat zal wel een heel lange zijn als ze hem hier al lang vinden.

Dan een belangrijk punt voor ons. We vertellen van ons bezoek vorige jaar met Ingrid van der Lubbe en wat zij voor Internat №3 gedaan hebben en dat zij dat ook wel willen voor Tarasiki; hoe wij hopen dat Viktor nu zover is om over een hulpvraag aan Lunetzorg na te denken.

Nu ons probleem: waarom is er geen psychiater, geen psycholoog, geen psychiatrisch geschoold personeel, geen fysiotherapeut? Terwijl die op andere plaatsen wel zijn. Natuurlijk weten wij van het probleem van de ligging van Tarasiki, maar dan nog.

Maria legt uit dat er volgens de personeelslijst wel een psycholoog zou moeten zijn. Ze zoekt op en vindt dat de vorige zo’n 2½  jaar geleden met pensioen gegaan is. Viktor had al een nieuwe moeten zoeken en vinden. Wij zeggen dat wij in het geval dat hij er eentje vindt die er wil werken, maar dan 50 euro per maand meer wil dan Viktor kan betalen, garant zullen staan voor de aanvulling op het salaris. Maria reageert meteen door te zeggen dat Viktor harder moet zoeken. Ik vraag haar of ze hem wil bellen – nu – met die mededeling. Dat doet ze. Het wordt een stevig gesprek.

We praten nog even over kontraktmatig werken. Maria geeft aan dat we in zo’n kontrakt duidelijk op moeten nemen wat de plichten en rechten zijn, en de plannen over scholing. Met zo’n kontrakt en zo’n planning is het mogelijk om iemand naar het buitenland voor bijscholing te sturen.

We nemen met een tevreden gevoel afscheid. We mogen de volgende keer gerust terugkomen om bij te praten.

 

Ik vraag aan Vladimir of we even langs het Psychoneurologisch Dispensarium kunnen rijden. We zijn nu toch vlak in de buurt. Daar gaan we op zoek naar Valentina Stanislawowitsj (Boelyga). Valentina werkt daar als fysiotherapeute. Behalve Valentina ook nog Larisa Moroz gezien en gesproken. Zij is een van de artsen die er werken. Vriendelijk en gastvrij als altijd. Oleg Trofimovitsj, de psycholoog met autisme als specialiteit en vriend van Jan Schrurs was er niet.

 

Vladimir brengt Marga naar Natalia en zet mij af bij de metro vlakbij het dispensarium. Vandaar ga ik richting centrum en zoek daar de bus naar school №91. Vlak bij de bushalte staat Stanislaw Boeko met twee anderen te praten. We zien elkaar en schudden de hand. Ik vertel hem kort over ons gesprek met Maria Aleksandrowna en dat Vladimir hem nog zal bellen.

Ruim een jaar geleden zijn drie leraressen van school №91 een week in Nederland geweest. Ik heb ze toen begeleid naar allerlei plaatsen waar ze gesprekken hadden over het omgaan met dove en slechthorende kinderen. Dat was heel leerzaam. We krijgen een prima evaluatie van hun bezoek en wat ze ervan opgestoken hebben en nu mee doen.

’s Avonds nog bezoek van Joera en Tatiana. Ze brengen een doos vol tekeningen en schilderijtjes van Downkinderen die Marga gaat proberen te verkopen. Hij heeft ook nog geld te goed voor benzine: 100.000 roebel.

 

Op donderdag 5 juni vroeg op want de trein vertrekt voor half 7. Met de taxi naar het station. Behalve Margarita zijn er Sasja Krasnadubski, Vladimir Loi, Viktor Streltsjenja en de gastvrouw van Hans van Vegchel met haar zoon om ons uit te zwaaien.

Op vrijdagochtend voor 12 uur weer thuis in Zeelst. Marga is er dan al zowat een halve dag.