(door Marga)
De eerste keer dat ik Walera te zien kreeg, was toen we een rondleiding kregen in het internaat tijdens ons eerste bezoek. Vele foto´s werden gemaakt. We kregen indrukwekkende taferelen te zien, onpasselijke geuren waar we in bepaalde gebouwen mee geconfronteerd werden, mensonwaardige situaties etc.etc.. en dat op slechts 4 uur vliegen hier vandaan…..
Onder de vele foto´s die ik toen gemaakt heb, bevond zich een man zittend op verwarmingsbuizen.
Zijn gelaat liet een desolate, neerslachtige, hopeloze blik zien. Hij was een beetje in elkaar gedoken en zijn voeten waren bijna zo rond als basketballen. Hij had tamelijk smoeselige kleren aan en in de ongeschilderde en niet onderhouden kamer stond verder nog een oude krakkemikkerige stoel en een dito tafeltje. Aangezien je zoveel indrukken te verwerken krijgt, nam ook deze man een plaats in het rijtje…..
Vorig jaar mei 2008, toen we er waren werd het mooi weer, reden om naar buiten te gaan voor vele bewoners. Zo zag ik opeens iemand liggen die daar neer gelegd was in het gras. Hij lag in een foetushouding, maar niet zoals wij soms op onze zij slapen, doch op zijn rug. Helemaal ineengedoken, alsof hij was teruggekeerd in de moederschoot. Hij lag daar heel stilletjes en geduldig totdat men hem weer naar binnen zou brengen. Enige tijd daarvoor had het flink geregend en doordat het internaat in een moerassig gebied ligt, stikte het van de muggen. (Wij werden lek gestoken en ook deze man was helaas een gewillig object.) Hij was nog slechts een schim van wie ik gezien had de eerste keer. Eenmaal teruggekomen in Nederland ga je o.a. de gebeurtenissen overdenken en zo kwam de bewuste man in mijn herinnering. Denkende aan hem, werd mijn hart enorm geraakt. Waarom ben ik niet gewoon bij hem gaan zitten en heb mijn armen om hem heen gelegd????? Dat zou Jezus beslist gedaan hebben. Ambassadeur van God´s Liefde zijn…… Helaas bestond er vorig jaar een strak schema zorgvuldig geregeld door de gastvrouw en was er gewoonweg geen ruimte.
Gedurende het afgelopen jaar bleef deze man in mijn herinnering terugkomen en werd mijn hart enorm bewogen voor hem. Ik nam me voor om, als ik de kans kreeg om hem weer te zien, hem beslist te zoeken. Ik hoopte dat hij niet dood was, want die kans was er gezien zijn fragiele verschijning zeer groot. Aangezien we in april langer bleven dan de andere keren, wilde ik graag op zoek naar de bewuste man. Ik legde aan Lilia, één van de verpleegsters uit wie ik zocht en toen gingen we op zoek naar hem. Eenmaal aangekomen in het gebouw, waar hij verbleef, zat hij daar met de benen helemaal opgetrokken tegen zijn lijf, blote voeten, zijn gezicht helemaal weggedoken in zijn kleren. Het raakte me diep en kon de tranen niet bedwingen. Ik was zo ontiegelijk blij hem te zien, enne…dat hij nog leefde!! Ik hoorde dat hij Walera heette. Lilia vertelde me dat hij vorig jaar nog maar 28 kilo woog! Een man van 48 jaar!!
Ik vroeg of ik wat tijd met hem mocht doorbrengen. Ja dat mocht, gelukkig. Ze zouden hem brengen naar het clubgebouw. En inderdaad inmiddels in het clubgebouw, waar Tatiana met veel liefde en een bewogen hart creatief bezig was met een paar bewoners, werd Walera in een kapotte rolstoel gebracht en geplaatst aan de tafel (de banden van de wielen waren helemaal lek). Zijn benen waren volgens de verpleging langzaam aan het afsterven door intens verkrampte houding. Zijn handen zaten ferm in elkaar gedrukt en als je ze vastpakte dan voelde je louter knoken. Ik pakte zijn handen voorzichtig vast en begon dat weinige dat ik tot op heden geleerd heb tegen hem te zeggen; dat God van hem hield. Dat dat waar is! Dat hij mijn vriend is. We hebben hem koeken voorgezet en hij begon nadat hij de hele ruimte angstvallig met zijn ogen had doorzocht, gretig te eten. Let wel, de middagmaaltijd had hij net achter de rug. Drie grote bekers thee volgden. Op een gegeven moment hebben we met hem gebeden en tijdens het bidden zag Nicola dat het leek alsof hij op wilde staan en op een gegeven moment zei hij zelfs zachtjes; help mij…..en dat terwijl hij niet praat volgens één van de aanwezige mensen !!! Ik zag een man, helemaal hopeloos en eenzaam, verkrampt, niets meer verwachtende van het leven, veeleer op het einde wachtende. Een schepsel van God, naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen. Als je goed keek, dan zag je in zijn ogen een hele zachte blik, maar ook één van totale verslagenheid, van grote angst. Tijdens een andere keer dat ik vroeg of ik hem mee naar buiten mocht nemen, moest een andere bewoner zijn rolstoel afstaan. Tja…. We hebben samen een uitgebreide wandeling gemaakt over het terrein (dat betekent dus een aantal keren het terrein over) en af en toe even gezeten op een bankje. D.w.z. Walera in de rolstoel en ik op het bankje ernaast.
Ik legde mijn arm om hem heen en bleef de paar zinnetjes herhalen, en langzaam maar zeker opende hij zijn handen en uiteindelijk hielden we elkaars handen vast. Vrienden…. Op zijn gezicht kon ik niet veel bespeuren van emotie of iets dergelijks, maar zijn hoofd kwam steeds een heel klein beetje meer uit zijn kleding. Hij kwam letterlijk tevoorschijn, hopelijk mag het een begin zijn van méér van Walera. Op een gegeven moment zat ik heerlijk met hem in het zonnetje, zijn mouwen had ik omhoog gedaan, zodat hij wat Vitamine D op zijn lijf kreeg. Samenzijn, wat onnoemelijk rijk! Toen kwam een bewoonster en wees naar hem en noemde hem een kleine angsthaas en vrijwel meteen kroop Walera weer in zijn kleding. Toen zag ik heel duidelijk wat woorden kunnen aanrichten in iemands leven. In de mond zit inderdaad zegen of vloek. Het kan iemand vernietigen of laten opbloeien. Walera, toch al gedumpt door familie, verlaten en alleen, weggestopt en uitgestoten, was in die ‘waarheid’ gaan geloven, hij was uiteindelijk een angstig wrak, met als enig uitzicht, de dood die weldra zou komen.
Ik heb Walera achter moeten laten, maar heb uitgesproken dat ik hoopte dat God iemand naar hem stuurt die hem woorden van leven zullen brengen, zegenende woorden.
Inmiddels heeft Tatiana zijn kamer helemaal geschilderd met vrolijke kleuren en stickers op de ramen. Zij bezoekt hem nu een paar keer per week en spendeert wat tijd met hem. Op een tafeltje ligt nu een kleedje met een plantje erop. Een tafel en stoel van buiten het internaat. Ze schreef me in een email dat hij niet meer bang is en hij verstopt zich ook niet meer in zijn kleding. Er is hoop!!
Het graf van Walera
Walera, mijn grote vriend is overleden. Ik had een speciaal plaatsje in mijn hart voor hem. Hoe dat komt? Ik weet het niet, misschien was het wel zijn grote kwetsbaarheid waardoor ik zoveel liefde voor hem ervoer. Ik hoorde van zijn overlijden toen ik hem bij mijn bezoek aan het internaat weer wilde opzoeken. Iemand vertelde me net voordat ik naar binnen wilde gaan in zijn kamer: ‘maar Walera is dood’. Wat een grote schok! Ik had hem zo ontzettend graag nog eens willen zien.
Walera mocht eindelijk thuiskomen bij de Hemelse Vader Die hem onvoorwaardelijk liefheeft.
Hij is niet echt dood, gelukkig, hij woont alleen op een ander ‘adres’, maar hij leeft meer dan ooit…
In de hemel danst, springt en zingt hij als letterlijk nooit te voren! Daar hoeft hij nooit meer zo afschuwelijk bang en benauwd te zijn zoals zijn leven tekende hier op aarde.
Walera, een van de 276 parels van God in Tarasiki, waardevol en kostbaar in Zijn ogen.